To the west

15 september 2014 - Washington D.C., Verenigde Staten

Dag 3

Vanmorgen gaan we nog vroeger ontbijten bij Starbucks. Het is nu maandag en dan zijn ze al om zeven uur open. We nemen allebei precies hetzelfde als zondag. Daarna haasten we ons naar het Lincoln Memorial omdat Erik het nu met fraai ochtendlicht wil fotograferen. Het blijkt een illusie. De zon staat niet optimaal op het gebouw. Wel zijn er veel minder toeristen. Erik fotografeert nu ook de muren met de gegraveerde teksten van Lincolns inaugurele redes en een van zijn beroemdste speeches.

DSC_5845Lincoln MemorialDSC_5854Washington Monument

Daarna gaan we zoeken naar de steen die de plek markeert waar Martin Luther King stond toen hij zijn speech hield. De Reflecting Pool ziet er weer prachtig uit ondanks kleine golfjes aan het uiteinde van het bassin. Het lukt Erik toch nog om een mooie weerspiegeling van het Lincoln Memorial vast te leggen. We lopen nu via het pad dat dicht naast de Reflecting Pool ligt, naar het National World War II Memorial. We worden steeds gepasseerd door groepjes toeristen op een segway. Mijn plannen om ook eens Segway tour te gaan doen, verdwijnen als sneeuw voor de zon nu ik deze apparaten in werkelijkheid zie. Het zijn enorm logge en irritante apparaten. Dan maar een fiets.

Relecting Pool Lincoln MemorialWorld War II Memorial  World War II Memorial

Het National World War II Memorial herdenkt de Amerikaanse burgers die in de Tweede Wereldoorlog hebben gediend. Het monument bestaat uit 56 pilaren die in een cirkel rond een plein zijn opgesteld. Op de pilaren zijn de namen gegraveerd van de 48 staten die tijdens de oorlog lid van de unie waren, en de namen van het District of Columbia, Alaska, Hawaï en diverse overzeese gebiedsdelen van de Verenigde Staten. Aan het westelijke einde van het monument staat de Freedom Wall, waarop 4.048 gouden sterren staan. Elke ster staat voor 100 gesneuvelde Amerikanen.

Lincoln MemorialWorld War II MemorialWashington MonumentWitte Huis

Erik wil graag nog een keer naar de voorkant van het Witte Huis. Als we hier drie minuten staan te kijken, worden we (alweer) weggejaagd door een groepje beveiligers. We moeten op straat gaan staan, achter een tweede hek. Daar is een vrouw een demonstratie aan het voorbereiden. Erik vraagt of hij haar mag fotograferen en praat even met haar. Na een kwartier zeggen de beveiligers dat we weer terug mogen gaan naar het eerste hek. Wij gaan echter op weg naar ons hotel. Onderweg komen we langs een paar leuke restaurantjes. We kiezen er een uit en gaan buiten in de schaduw zitten.

Witte HuisWitte Huis P1020351P1020347

Om twee uur komt de Super Shuttle ons ophalen in het hotel. We worden als tweede opgehaald, dus we rijden nog wat door Washington om de andere reizigers op te pikken. Daarbij zien we ook andere, totaal verschillende gedeelten van de stad. Vooral een wijk met leuke authentieke, niet te grote huizen met winkels ziet er interessant uit. De shuttle dropt ons allemaal op dezelfde plek en we gaan in de vertrekhal de balie van United zoeken. Die ligt helemaal achteraan, bijna een kilometer verder. Ik heb de boarding passen al geprint in het hotel en we kunnen de koffers bij een aparte balie afgeven. We moeten hier zelf onze kofferlabels printen en bevestigen. Toch zijn we binnen tien minuten klaar. Bij de controle word ik uitgekozen voor een extra controle. Dan moet Erik echter op mij wachten. Daarom laat de controleur mij maar gaan. Na een controle die niks voorstelt, zijn we klaar om te vertrekken naar Las Vegas. In het vliegtuig blijk je nu ook al te moeten betalen voor de kleine teeveetjes die in de stoel voor je zitten. Om de klandizie te vergroten, worden reclames hierop vertoond met felle lichtflitsen en veel snelle beelden. Ik word er gek van en probeer het uit te zetten. Dat lukt me niet en zelfs Erik ziet niet direct hoe dat moet. Ik krijg zo’n last van mijn ogen dat ik er ongemerkt in wrijf. Oerdom. Ik schrik als ik merk dat mijn linkeroog wazig ziet. Of de lens is eruit, of hij is verschoven. Ik voel niks in mijn oog en zoek voorzichtig op mijn kleren, de stoel en de grond. Als ik niks vind, roep ik de hulp van Erik in. Die ziet eveneens niks, ook niet in mijn oog. Ik hoop maar dat de lens daar nog in zit, want ik voel af en toe wel wat prikken. Zo zit ik vier uur tussen hoop en vrees in het vliegtuig. Erik heeft het schermpje toch nog uit kunnen zetten. Als we in Las Vegas aankomen, valt op hoe bijzonder luxueus het gebouw hier is vergeleken met het foeilelijke gebouw in Dulles. We moeten wel heel ver lopen om bij de koffers te komen en in een lange rij staan om bij de uitgang het paspoort te laten zien. De auto die we hebben gehuurd, blijkt een rode Ford Escape te zijn, niet al te groot maar groot genoeg voor ons. We rijden naar ons hotel, The Carriage House, en komen in een mooi appartement met eigen keuken terecht. Ondertussen is het al donker geworden. Boven een grote ronde tafel kijkt Erik onder het licht van de lamp in mijn oog en ziet na enig speuren mijn lens. Even later kan ik tot mijn grote opluchting twee lenzen in een etuitje opbergen en morgen aan een reis met ‘goed’ zicht beginnen. We slapen allebei binnen een minuut. 

Foto’s